9 april 2024

Palavas-les-Flots

Het prachtige strand dat Gimberto me had beloofd bleek minder mooi dan gedacht. Het was niet breed, hooguit een meter of tien, en bezaaid met harde schelpen en stenen. Veel verder dan die tien meter kon ik in deze donkerte niet kijken. Wel zag ik links de eindeloze lichtjes van Le Grau-du-Roi en de vuurtoren van Espiguette. Rechts: nog meer lichtjes, tot aan Cap d’Agde. Recht voor me was er het ruisen van de zee. 

Het uitzicht was rustgevend – tot ik me omdraaide.

30 juni 2021

Bondgenoot

De weg naar Tilburg was lang. De media meldden een filerecord, ik volgde omleiding na omleiding en toerde door de Drechtsteden. Ik kruiste de Beneden Merwede, de Boven Merwede, de Maas. Dichter bij mijn bestemming werden de wateren smaller en hun namen onbekender: Gilzewouwerbeek, Aalstraatse Lei, Vossenbergse Loop. Op het Koningsplein stapte ik uit. Bestemming bereikt.

Stefan was er nog niet. Ik belde hem op. “Ik ben er”, zei ik. Een lichte triomf klonk door in mijn stem. Ik was onderweg langs dusdanig veel ongelukken gereden dat mijn heelhuidse aankomst in Tilburg daadwerkelijk als een prestatie voelde. “Waar ben jij?” 

15 maart 2021

Bijpraten

Sanne belde. Dat is overigens niet haar echte naam, want ik gun haar een anoniem bestaan.

Even daarvoor had ze gevraagd of dat goed was, als ze me zou bellen. Dáár weer voor had ik geantwoord op haar bericht van die ochtend:

Goedemorgen
Hoe gaat het met jou
Jammer dat jij bij Gemmethuis weg ben en ik jou bedank voor jou mooie kaart

26 februari 2021

Vooruit

Ik was gaan lopen. Drie dagen lang, elke dag een kilometer of twintig. Onderweg logeerde ik bij vrienden. Nu voelde ik me het hoofdpersonage in een Acda en de Munnik-lied. 

Vandaag ben ik gaan lopen
En waar ik loop is van nu af aan een weg

Kijk me lopen, zeven sloten
Hoogste bergen, andersom
Ik ben hoe dan ook gaan lopen
Ik zie wel waar ik kom

Diepe dalen, mooie paden
Ik glim bij wat ik zachtjes
Haast onhoorbaar fluisterend zeg

(Acda en de Munnik - Vandaag ben ik gaan lopen)

19 februari 2021

Vissen, deel 2

De sneeuw kleurde Nederland wit en er werden maximumtemperaturen van min twee graden verwacht. Maar ‘de tekenen waren gunstig’, aldus de schrijver, dus wij besloten de hengels weer uit te werpen. “En ik heb het gezellige petroleumkacheltje bij me”, haastte hij zich nog te zeggen.

4 februari 2021

De belofte

“Verzin er eens wat bij”, zei de bevriende journalist.

Hij had het over mijn verhalen. Want die zijn niet verzonnen. Ze zijn waargebeurd, zelf meegemaakt, oprecht geciteerd. Misschien moest het wel anders, dacht ik nu.

16 januari 2021

Vissen

“Ga je vrijdag mee vissen?”, vroeg de schrijver. Daar moest ik even over denken. De laatste keer dat ik had gevist moet zo’n 25 jaar geleden zijn geweest. Op een verjaardagsfeestje, tussen de Boskoopse akkers. Ik stapte aan boord van een schouw, kreeg een hengel in mijn hand geduwd en moest het geduld opbrengen dat ik niet bezat.

Tijden veranderen. Ik had niets te doen en al tijden niets gedaan want corona legde mijn leven lam.