Het prachtige strand dat Gimberto me had beloofd bleek minder mooi dan gedacht. Het was niet breed, hooguit een meter of tien, en bezaaid met harde schelpen en stenen. Veel verder dan die tien meter kon ik in deze donkerte niet kijken. Wel zag ik links de eindeloze lichtjes van Le Grau-du-Roi en de vuurtoren van Espiguette. Rechts: nog meer lichtjes, tot aan Cap d’Agde. Recht voor me was er het ruisen van de zee.
Het uitzicht was rustgevend – tot ik me omdraaide.